Het begon op de grens tussen 2006 en 2007. Meijering, die in een hofje aan de Nieuwe Boteringestraat woonde, wilde tijdens de nieuwjaarsnacht zijn overburen gelukkig nieuwjaar gaan wensen en wandelde de straat op. „Ik ben niet bang uitgevallen, maar ik vlúchtte gewoon weer naar binnen.” Het oorverdovende geknal om hem heen maakte hem panisch. „Het voelde als oorlogsgebied.”
De dag erop zat de schrik er nog altijd in. Op het nieuwjaarsfeest van de gemeente werd Meijering aangesproken door iemand met een camera, zo herinnert hij zich, die mensen vroeg naar hun wensen voor het nieuwe jaar. „Toen heb ik het voor het eerst gezegd: ik zou graag willen dat er bij de volgende jaarwisseling geen vuurwerk meer is.”
Stichting Staakt het Vuren
Als Johan Meijering iets graag wil, dan maakt hij daar werk van. Hij schreef Provinciale Staten aan; de Partij voor de Dieren bleek als enige geïnteresseerd in zijn ideeën. Hij sprak in bij de Groningse gemeenteraad; „Ze kapten me gewoon af in m’n laatste zin, ik voelde me belachelijk gemaakt.”
Maar hij liet zich niet uit het veld slaan. Met gelijkgestemden begon de stichting Staakt het Vuren om het maatschappelijke debat over vuurwerk te stimuleren. De stichting schreef boeken en een politiek pamflet, organiseerde in 2008 een symposium in de Oosterpoort, trok de aandacht van oogartsen en van de landelijke pers.
Bedreigingen op Freakpyromaniacs.com
„Ik dacht: in wat voor waanzin leven we?” verklaart Meijering zijn gedrevenheid. „Ieder jaar raken honderden mensen gewond door vuurwerk, van wie tientallen aan hun ogen. De vervuiling is enorm, net als de impact op dieren. Hoe kun je dat als overheid toestaan? Het zijn lafbekken in Den Haag. Dat mag je best zo opschrijven. De houding van de VVD en het CDA is echt schandalig.”
Nu zijn er meer mensen die er zo over denken, maar in 2008 bleef Meijering vooral te boek staan als een rare excentriekeling.
Sterker nog: fanatieke vuurwerkliefhebbers postten bedreigingen aan zijn adres op het internetforum Freakpyromaniacs.com. „Daar schrok ik wel van, dat had ik niet verwacht. Misschien naïef van me.”